Windenergie is één van de belangrijke pijlers onder de ambitieuze klimaat- en energiedoelstellingen van het kabinet. Nederland zet in op dertig procent duurzame energie in 2020 en twintig procent minder uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Minister Cramer wil dan ook dat winenergie een nog promintere rol gaat spelen: “Ik heb de laatste maanden bij tal van winprojecten een eerste paal mogen slaan, druk op de knop mogen geven of een lint mogen doorknippen. Maar dat moeten er nog veel meer worden.”
Nieuwe regelgeving
Met nieuwe regelgeving op het gebied van geluid, externe veiligheid en radar en een snellere besluitvorming moet windenergie een extra stimulans krijgen. “Door het vereenvoudigen van de regelgeving is het eerder in een project duidelijk welke eisen er gelden”, aldus minister Cramer. Zij wil dat voor zowel geluid als externe veiligheid één norm gaan gelden. “Daardoor worden de grenzen voor overlast en veiligheid gesteld en de discussie over de invulling in de praktijk weggenomen”.
Ook de problematiek van radar is belangrijk knelpunt bij projecten in de buurt van defensieterreinen en vliegvelden. Door een nauwkeurigere norm en een nieuw toetsingsmodel kan veel winst geboekt worden, maar ook onder het huidige model is met maatwerk al veel mogelijk. “Bij projecten in Woensdrecht, Rossendaal, Houten en Zeewolde heeft dit al tot succes geleid. Daar konden de projecten na doorberekening, soms in aangepaste vorm toch doorgang vinden”.
Gezamenlijk werkplan
Het gezamenlijk werkplan van gaat uit van een grotere en vooral gezamenlijke inzet op snelle en zorgvuldige realisatie van bestaande ‘pijplijnprojecten’. Dit zijn projecten waar al initiatief voor is genomen. Alle partijen hebben hiervoor samen concrete stappen en activiteiten benoemd die het mogelijk moeten maken om deze versnelling te realiseren.
Bovendien werken alle partijen aan een gezamenlijk langere termijn perspectief. Hierbij wordt scenario’s voor verdere doorgroei van windenergie op land uitgewerkt. Begin 2010 moet dit resulteren in een plan waarin het mogelijk is om de komende tien jaar door te groeien naar 6.000 megawatt of meer aan windenergie op land. Ook het verbeteren van de informatievoorziening over nut en noodzaak van windenergie en windenergie in relatie tot andere vormen van duurzame energie is een speerpunt van het werkplan.