Harderwijk maakt bezwaar tegen verhoging geluidsplafond rijkswegen en spoorwegen

Station Harderwijk
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times

Het college van B&W heeft besloten om bij het ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) bezwaar in te dienen tegen het besluit tot wijziging van geluidproductieplafonds rijkswegen en het besluit tot wijziging van geluidproductieplafonds spoorwegen.
De staatssecretaris van I&M heeft besloten om de geluidproductieplafonds voor rijkswegen en de geluidproductieplafonds voor spoorwegen te verhogen.

.



Op dit moment ervaren bewoners langs het hele traject van de A28 geluidoverlast. Door de verhoging worden gewenste en noodzakelijke maatregelen doorgeschoven naar de  toekomst. Het college vindt dit niet acceptabel. In 2012 heeft het ministerie aangegeven dat mogelijk onjuistheden in de geluidproductieplafonds zitten. Verantwoordelijk wethouder Pieter Teeninga is hier stellig over: “de onjuistheden zijn voor Harderwijk dermate groot dat niet langer gesproken kan worden van onjuistheden maar van grote fouten. Het is voor ons niet acceptabel dat de plafonds verder worden verhoogd.”

De wethouder is van mening dat de inwoners van de gemeente Harderwijk er op mogen vertrouwen dat de overheid zorgvuldig handelt en de juiste informatie verstrekt. “Het besluit om de geluidproductieplafonds te verhogen schaadt het vertrouwen in de overheid en ondermijnt gewekte verwachtingen,” aldus wethouder Teeninga. Een ander bezwaar is dat de verhoging van de geluidproductieplafonds beperkingen geeft bij nieuwe en in
voorbereiding zijnde ruimtelijke ontwikkelingen. De wijzigingen leiden niet alleen tot hogere geluidproductieplafonds maar ook tot hogere geluidbelastingen op woningen en andere objecten waar geluid hinder geeft. In de gemeente Harderwijk is op een aantal locaties, bijvoorbeeld Drielanden, Fazantlaan en Oranjelaan, sprake van een toename van de geluidbelasting.

 Het mogelijk gevolg is dat ruimtelijke plannen herzien moeten worden. Dat kan financiële consequenties hebben omdat bijvoorbeeld minder woningen gerealiseerd kunnen worden of zwaardere gevelmaatregelen noodzakelijk zijn.